Locatie: Ivano-Frankivsk, Oekraïne.

Functie: officierskamp.

Datum ingebruikname: 17 april 1942.

Nationaliteiten: NL, SU, YU.

Aantal Nederlandse gevangenen: minstens 2000.

Datum bevrijding: op 10, 11 en 12 januari 1944 werd het kamp ontruimd.

In april 1942 kreeg de kazerne, als opvolger van het Oflag VII-d, de benaming Stalag 371. Hoewel de naam anders suggereert, fungeerde het kamp vanaf het begin als officierskamp. In augustus 1942 stroomde het complex vol met de Nederlandse officieren die op 15 mei 1942 naar Oflag XIII-b Neurenberg-Langwasser waren afgevoerd. Op 9 augustus 1942 schreef cadet-vaandrig Pothast aan zijn vriendin: “Nu zitten we in een enorm stenen gebouw, groter dan de K.M.A. en hebben een mooie kamer. Het is een enorme kazerne van de Hongaarse cavalerie. Napoleon heeft dit gebouw ook al gebruikt. De muren zijn ½ m dik en overal hebben we dubbele ramen. Van buiten ziet het er verschrikkelijk uit, want toen de Russen hier weg trokken, hebben ze het in brand gestoken. Nu is een gedeelte hersteld en daar zijn we dan in gelegerd. De rest wordt hersteld met Russische en Servische krijgsgevangenen (…) Om het complex staat een hoge stenen muur, met daarbovenop prikkeldraad. Daarbinnen komen nog 2 prikkeldraadhekken met op elke hoek uitkijktorens met mitrailleurs. Zo te zien is ontvluchten uitgesloten. Het gebouw zelf is in de vorm van een H gebouwd en erachter ligt een veld wat vroeger voetbalveld was maar nu een woestenij is. Dat is onze appelplaats, waar we 2x per dag appel hebben. Het gebouw telt 3 verdiepingen met zolder en kelder, waar we niet mogen komen.”

In een hoek van het complex bevond zich een gebouw dat diende als Krankenrevier voor de behandeling van zieken met eenvoudige aandoeningen. Ernstige gevallen gingen naar het ziekenhuis van Stanislau. Ook kende het complex een quarantainegebouw, waar nieuw aangekomen gevangenen een paar dagen verbleven, voordat zij ‘los werden gelaten’ in het kamp. De Russische gevangenen die in het kamp dienst deden als ordonnans kregen schamele en tochtige schuurtjes als onderkomen toegewezen aan de binnenzijde van de hoge ommuring. Vergeleken met het verblijf in Neurenberg-Langwasser bood het grote stenen en centraal verwarmde gebouw in Stanislau aanzienlijk meer comfort. De vele kamers in verschillende afmetingen maakte een kamerindeling op rang mogelijk. Hoe lager de rang, des te groter het aantal bewoners per kamer. Zo sliepen vlag- en opperofficieren apart en deelden kolonels met twee of drie personen een kamer. Tweede luitenants lagen met ongeveer twintig man bij elkaar en de cadetten en adelborsten met meer dan 25 man. Er waren twee bataljons met elk vier compagnieën. Elke compagnie beschikte over een goed geoutilleerde keuken, waar maaltijden uit toegezonden hulppakketten konden worden klaargemaakt. Tevens was er op elke verdieping een waslokaal en konden de officieren zich eens per 14 dagen douchen, althans als er water was. Ook een eigen wasserij in de kelder ontbrak niet. Het centrale tussengebouw bevatte naast een aantal eetzalen een grote toneelzaal en een kantine. Ook waren diverse kamers in gebruik als studieruimte. Het voor Oost-Europa kenmerkende landklimaat – warme, droge zomers en strenge winters – zorgde voor een gezonde leefomgeving.

Voor de cadetten en adelborsten viel het verblijf in Stanislau uiteen in twee perioden. Van augustus 1942 tot maart 1943 verbleven ze samen met de officieren in het hoofdkamp. Vanaf maart 1943 raakte het kamp ‘overbevolkt’ en verplaatste de kampleiding hen naar twee kazernegebouwen die net buiten de hoge muur rondom het hoofdkamp stonden. Het nieuwe onderkomen stond weldra bekend als ‘cadettenkamp’. Contact met de meerderen was daarna nauwelijks nog mogelijk. De vrijgekomen kamers werden in gebruik genomen door officieren die in maart 1943 alsnog waren opgeroepen en de in juni van dat jaar gearriveerde Colditzgroep.

De snelle opmars van het Rode Leger leidde op 6 januari 1944 tot het bevel tot ontruiming van het kamp. In drie transporten vertrokken de officieren en cadetten/adelborsten op 10, 11 en 12 januari naar Oflag 67 Neubrandenburg ten noorden van Berlijn.

Stalag 371 heeft de tand des tijds doorstaan. De gebouwen van het voormalig krijgsgevangenkamp bevinden zich aan de Viacheslava Chornovola St 119-121 en zijn tegenwoordig in gebruik als kazerne van de Oekraïense luchtmacht.

Stalag 0e verdieping Stalag 1e verdieping Stalag 2e verdieping

Klik hier voor een beschrijving van het kamp en de activiteiten

Naast het hoofdkamp lag het kamp van de jongeren, het Cadettenkamp genoemd.